"Je ziet er goed uit!"

Gepubliceerd op 7 juli 2025 om 06:30

"Je ziet er echt goed uit!" zegt hij met een brede glimlach.
Zijn ogen scannen mijn lichaam van top tot teen.


"Dankjewel," zeg ik.

"Ben je een beetje aangekomen de laatste tijd?"
Ik voel hoe mijn glimlach iets verstijft.
Hij merkt het. Zoekt naar woorden om het te verzachten.
En ik... ik weet ook niet precies wat ik moet zeggen.

"Ja, het staat je goed hoor! Niet dat het eerst niet goed was... het is altijd zo'n lastig onderwerp bij vrouwen hè..."
Hij lacht ongemakkelijk.
En ergens besef ik dat hij het goed bedoelt, maar geen idee heeft hij dit moet overbrengen.

 

"Ik heb jarenlang anorexia gehad."
Het floept eruit. Niet boos. Niet als aanval. Gewoon... Als feit.
Misschien wat abrupt, maar ik draai daar tegenwoordig niet meer omheen.

Hij kijkt me aan. Zijn gezicht verstijft.
"Oh, maar zo bedoelde ik het niet... je was niet zó dun... Ik bedoel, sommige mensen zijn écht mager..."
"Ja. Zo was ik ook... Ooit."
Ik kijk hem aan. En zie het gebeuren: hij wil vluchten.

De man die altijd weet wat hij moet zeggen, weet het nu even niet meer.

Hij schakelt razendsnel naar een ander onderwerp. Alsof niets gezegd is.

 

Ik blijf achter met een mengeling van verbazing en frustratie.
Om de onhandigheid. De onwetendheid. 
Vroeger had dit gesprek me onderuit gehaald. Was ik dagen van slag geweest.

En eerlijk: het raakt me nog steeds.
Ergens wringt het als iemand zegt dat ik ben aangekomen, ook al weet ik dat het klopt.
Ook al wilde ik het.

 

Ik heb mijn lichaam teruggegeven wat het nodig had.
Er zit nu spiermassa. Een laagje vet dat bescherming biedt.

De afgelopen twee jaar heb ik het zelf ook enorm zien en voelen veranderen.

Soms voel ik ook trots: om hoe sterk mijn lichaam nu weer is.

Om de spieren die ik weer heb kunnen bouwen. 

De kracht die ik mijn lijf heb teruggegeven.
En toch… blijft het soms een ongemakkelijk compliment.

 

Want ook ik ben nog geregeld onzeker.
Ik moet nog enorm wennen aan al die veranderingen.

Maar er is ook iets fundamenteels anders dan vroeger:
Ik weet nu dat dit lichaam sterk is.
Dat het me draagt.
Dat het me laat genieten van eten. Van leven.

Dit lichaam is niet mijn vijand meer.
Het is mijn thuis.
Met al zijn veranderingen, littekens en groeilijnen.
En dat verdient meer dan een oordeel. Het verdient erkenning.