Keuzes maken

Gepubliceerd op 20 januari 2025 om 06:30

Keuzes maken is voor mij heel lang een ramp geweest. Het lukte me niet. Zelfs dingen die voor andere mensen simpel leken, voelden voor mij als levenskeuzes. Ik heb ontelbare keren in een winkel gestaan en minutenlang getwijfeld over welke trui ik leuker vond. Ik kwam er simpelweg niet uit. Ik mocht van mezelf op zo’n moment niet voor beide truien kiezen; want dan gaf ik te veel geld aan mezelf uit. Koos ik voor de goedkopere, die ik eigenlijk iets minder leuk vond? Of zou ik keizen voor de duurdere die ik tóch wel wat mooier vond? Maar was die trui wel die tien euro meer waard? Was ik het wel waard? Of kon ik toch beter die andere trui kiezen? Of zou ik dan spijt krijgen? Maar die was toch eigenlijk ook leuk genoeg en dan zou ik ook nog geld besparen! 

 

Vaak liep ik na zo’n discussie met mezelf in mijn hoofd, de winkel uit met lege handen. Het lukte me niet. En wat voelde ik me dan ontzettend mislukt! Het lukte me nog niet eens om een trui uit te kiezen. Om te kiezen voor wat ik mooi vond. Ik wist niet eens meer wat ik mooi vond. Wie ik wilde zijn. Ik voelde mezelf waardeloos en vond het verdomde moeilijk om geld uit te geven aan mezelf, terwijl er stiekem ook een deel in mij aanwezig was dat wél die trui wilde, en dat misschien wél wist dat die trui eigenlijk heel mooi was. Dat andere deel overheeste echter. 

 

Zo ging het ook vaak in de supermarkt. Dan kon ik minutenlang heen en weer lopen. Etiketten vergelijken. Dingen in mijn mandje stoppen en het vervolgens toch maar weer terugleggen. De verschillende delen in mij konden niet tot een compromis komen. Het ene deel wilde namelijk kiezen voor iets lekkers, terwijl het andere deel simpelweg wilde kiezen voor zo weinig mogelijk calorieën. 

 

Eten was niet meer gewoon eten. Die trui was niet meer gewoon een trui. Nee, het voelde als levenskeuzes. Het leven was één grote strijd. Het gemakkelijkste was om simpelweg te luisteren naar de meest ‘veilige’ keuze. Ik voelde tegelijkertijd ook dat die keuzes me steeds verder weg lieten bewegen van mijn authentieke zelf. Ik wist niet meer wie ik was. Het was veel gemakkelijker om gewoon geen keuzes te maken. Geen verantwoordelijkheid te nemen.

 

Want ja, daar ging het ook over: het nemen van verantwoordelijkheid. Ik durfde niet. Ik durfde geen verantwoordelijkheid te nemen. Ik durfde geen eigen keuzes te maken. Ik durfde niet voor mezelf te kiezen. Voor het leven. Ik was doodsbang. Bang voor het maken van de onjuiste keuze. 

 

Diep van binnen was ik vooral bang om het niet goed te doen. Ik wist echter niet eens meer wat goed was. Het maken van een keuze stond voor mij ook voor het loslaten van mijn veiligheid. Geen keuze maken gaf me een veilig gevoel: dat gaf me een voorspelbare uitkomst. Keuzes zouden kunnen zorgen voor een onvoorspelbare uitkomst. 

 

Die onvoorspelbaarheid hield me gevangen. Niet kiezen voelde alsof ik controle had, alsof ik de risico’s kon vermijden. Maar in werkelijkheid gaf ik alle controle uit handen. Door geen keuzes te maken, liet ik het leven voor mij kiezen. En dat maakte me ongelukkig.

 

Het duurde jaren voordat ik dat besefte. Jaren waarin ik keer op keer het gevoel had dat ik faalde. Alles voelde als een mijnenveld. En hoe langer ik wachtte, hoe minder ik vertrouwde op mijn eigen intuïtie.

Tot ik op een dag niet meer verder kon.
Ik stond stil. Letterlijk en figuurlijk. Alles om me heen leek te bewegen, te veranderen, terwijl ik vastzat in mijn eigen twijfel. Die dag kwam het besef: het maken van geen keuze is óók een keuze. En het is bijna altijd een keuze tegen mezelf.

Dat inzicht was pijnlijk, maar het bracht ook een verandering teweeg. Heel langzaam, stapje voor stapje, begon ik opnieuw te leren kiezen. Het begon klein. Niet met grote levensbeslissingen, maar met iets eenvoudigs. Een trui. Een maaltijd. Een route naar huis. Ik leerde luisteren naar wat ík wilde, zonder eindeloos te analyseren of het goed of fout was.

 

Ik merkte dat het niet ging om de perfecte keuze maken. Het ging erom dat ik voor iets koos. Dat ik mezelf toestond fouten te maken. Dat ik verantwoordelijkheid nam, ook voor de keren dat het misging. Want dat gebeurde natuurlijk: ik koos wel eens verkeerd. Maar dat bleek niet zo erg te zijn als ik altijd had gedacht.

Langzaam werd het makkelijker. Ik begon mezelf toe te staan om imperfect te zijn. Om mijn eigen wensen en behoeften serieus te nemen, zonder die constant te analyseren of in twijfel te trekken. En ik ontdekte langzaam dat hoe vaker ik keuzes durfde te maken, hoe beter ik mezelf leerde kennen.

 

Het voelde bevrijdend. Ik kon eindelijk weer ademen. Ik stond mezelf toe om keuzes te maken die wellicht achteraf gezien niet als de juiste voelde. Ik moest risico’s gaan nemen. Ik moest lef tonen om weer te weten te komen wat ik wilde. Het was alsof ik na jaren van twijfelen en wikken en wegen, eindelijk een deel van mezelf terugvond.

 

Nu, als ik voor een keuze sta, stel ik mezelf vaak de vraag: Wat voelt goed voor mij, hier en nu? Niet morgen, niet over tien jaar. Hier. Nu.

 

Het leven blijft vol keuzes. Sommige klein, sommige groot. En sommige van die grote keuzes vind ik nog steeds doodeng. Maar ik weet en voel nu dat het oké is om niet zeker te zijn. Het is oké om fouten te maken. Het is zelfs oké om spijt te hebben.

Het leven draait niet om perfectie. Ik geloof er nu zelfs in dat iedere keuze die ik maak de juiste is, als dat op dat moment zo voelde. Ook al voelt dat achteraf niet meer zo.  De juiste keuze is de keuze die je maakt die op dat moment daadwerkelijk goed voelt.

 

Elke keuze die ik maak, groot of klein, brengt me dichter bij mezelf. Het gaat niet langer om de uitkomst, maar om het proces. Om het luisteren naar mijn intuïtie en het vertrouwen dat ik het aankan, wat er ook gebeurt.

 

Want kiezen is leven. Het is het omarmen van onzekerheid, van groei, van fouten en successen. Ik weet nu dat ik nooit alles onder controle zal hebben, en dat hoeft ook niet. Want het gaat er niet om altijd het perfecte antwoord te vinden, maar om het vertrouwen dat ik op elk moment opnieuw kan kiezen…