Ik hoef vast niet uit te leggen wat helpende gedachten zijn. Ze worden vaak gebruikt om destructieve of negatieve gedachtes als het ware ‘tegen te spreken’. Je vervangt negatieve gedachten dus door positieve of realistische alternatieven. Op papier klinkt dat fantastisch. Maar als het echt zo simpel was, zouden niet zo veel mensen met mentale problemen worstelen. Begrijp me niet verkeerd: ik geloof dat het bedenken van helpende gedachten soms best nuttig kan zijn. Ze kunnen een klein lichtpuntje bieden in donkere momenten of je helpen om een andere invalshoek te zien. Maar – en dit is een belangrijke ‘maar’ – het is niet de ultieme oplossing. Het blijft vaak een pleister op een wond die meer zorg nodig heeft. En daar wil ik het graag even over hebben.
Het probleem met ‘in je hoofd blijven’
Wanneer je worstelt met een voedings- en lichaamsgerichte coping (of welke andere uitdaging dan ook), speelt je hoofd een grote rol. Gedachten, overtuigingen en aannames kunnen een machtig stuurwiel zijn, dat je steeds maar weer de verkeerde kant op trekt. Dus het lijkt logisch om daar wat aan te doen. Maar er is een valkuil: je blijft gevangen in je hoofd. Je probeert met je gedachten iets te fixen, terwijl datgene wat je echt nodig hebt – het contact met je gevoel, je lichaam – buiten beeld blijft.
Dit is waarom ik moeite heb met helpende gedachten als een soort quick fix. Als je bijvoorbeeld denkt: “Ik ben waardeloos,” en je vervangt dat door: “Ik mag er zijn,” dan klinkt dat veel mooier. Maar wat voel je werkelijk? Voelt het echt zo, of zeg je het omdat je denkt dat je het zou moeten geloven?
Maak contact met jouw lijf
Wat zou je dan moeten doen? Naar mijn idee is het vooral belangrijk om contact te maken met je lijf. Je lichaam heeft een eigen manier van communiceren, een eigen waarheid. Het geeft signalen, slaat emoties op en kan je iets laten voelen dat woorden niet kunnen bereiken. Juist door met je lijf te werken, kun je leren om gevoelens te dragen, spanning los te laten, of misschien zelfs te ontdekken wat er echt speelt.
Wanneer je bijvoorbeeld voelt dat spanning zich in je borstkas ophoopt, helpt het vaak veel meer om daar met aandacht naartoe te gaan dan om jezelf te vertellen dat “alles goedkomt”. Door ademhaling, beweging, of simpelweg stil te staan bij wat je voelt, maak je ruimte voor echte verandering.
Helpende gedachten kunnen wel helpen, maar...
Laat ik duidelijk zijn: ik zeg niet dat helpende gedachten nutteloos zijn. Ze kunnen je soms misschien een zetje geven als je vastzit in een negatieve spiraal. Maar het blijft oppervlakkig als je het niet combineert met werken op een dieper niveau. Je kunt nog zo vaak tegen jezelf zeggen dat je goed genoeg bent, maar als je dat niet voelt in je hele wezen, blijven het betekenisloze woorden.
Dus wat kun je doen? Begin klein. Neem een moment om je lijf te voelen, zonder oordeel. Merk op waar je spanning voelt, waar het misschien juist warm of koud is. Vraag jezelf af: wat heeft mijn lichaam nu nodig? Het antwoord is vaak verrassend simpel – en tegelijkertijd enorm krachtig.
