De 6 meest helpende factoren en de minst helpende factoren tijdens mijn eetstoornisbehandelingen

Gepubliceerd op 5 april 2021 om 06:30

Ik wil graag met jullie delen welke factoren voor mij helpend zijn geweest in mijn behandeling en welke dingen juist niet helpend zijn geweest. Natuurlijk zal dit niet voor iedereen gelden, wat niet helpend is voor mij kan voor een ander misschien wel helpend zijn. Ik ben dan ook benieuwd hoe jullie hier tegenaan kijken en wat jullie wel en niet helpt of heeft geholpen.

 

Ik zal beginnen met wat voor mij niet helpend was:

  • Iedere dag wegen:

In het ziekenhuis werden we iedere dag gewogen, dat was fijn voor mijn eetstoornis – want die wilde de controle hierover behouden. Het was echter een ramp. Het was absoluut niet goed voor me. Het zorgde voor enorm veel spanning en stress rondom die weegmomenten. Het zorgde ervoor dat ik stomme dingen ging doen.  

  • Gewichtsschema’s en afspraken rondom het aankomen in gewicht

Aan het begin van mijn behandeling kreeg ik een schema waarin precies stond op welke manier ik naar een bepaalde gewicht toe zou werken. De angst bekroop me al alleen al bij het bekijken van dat schema. Er waren vaste richtlijnen over hoe veel je moest aankomen in een week en daar viel niet over te onderhandelen.

  • Niet zelf kunnen kiezen wat ik at

In het ziekenhuis mocht ik tijdens de eerste periode niet zelf kiezen wat ik at; dat mocht pas als ik een bepaalde gewicht had bereikt. Dit was voor mij echter heel moeilijk; ik at daardoor juist nog minder omdat er vaak dingen op mijn bord lagen die ik absoluut nog niet durfde of wilde eten. Ook lagen er vaak dingen op mijn bord die ik niet smakelijk vond. Als ik dan moest eten, dan wilde ik wel graag iets kunnen eten wat ik lekker vond. En als ik zelf kon kiezen, dan koos ik misschien wel eerder voor de ‘veilige’ voedingsmiddelen; maar op die manier zou ik wel meer binnen krijgen.

  • Constante focus op gewicht, aankomen en eten

Het ging vaak nergens anders meer over. De focus lag alleen nog maar op aankomen. De hele dag draaide om het behalen van een caloriedoel en het behalen van het daggewicht. Er was geen ruimte om aan andere dingen te denken.

  • Eindeloze gesprekken over uitbreidingen

Als ik mijn eetlijst uit moest breiden, omdat ik was afgevallen of niet genoeg was aangekomen, dan vond ik het vaak moeilijk om te beslissen wat ik aan mijn eetlijst toe moest voegen. Vaak bedacht ik in mijn hoofd wat voor mij haalbaar was, daar waren anderen het dan niet mee eens omdat de uitbreiding niet groot genoeg zou zijn. Het moest per se uit een bepaald aantal calorieën bestaan, die druk die daarop stond – zorgde er voor mij juist voor dat ik weer ontzettend bang werd

  • Groepsgesprekken

Ik vond gesprekken in de groep vaak verschrikkelijk. Ik had ook in de groep weer het gevoel dat er een enorme druk op mij lag; ik móest voldoen aan alle regeltjes en ik móest leuk gevonden worden. Ze mochten me geen aansteller vinden. Ook schaamde ik me enorm voor alles wat ik dacht en deed.

 

Wat voor mij wel helpend was:

  • Samen uitdagingen aangaan

Vaak nam ik naar het gesprek met mijn psychologe iets mee dat ik enorm moeilijk vond om te eten, het hielp mij heel erg om dit met haar samen te eten. Zij steunde me en motiveerde me.

  • Individuele gesprekken

Ik kon me altijd het beste uiten in individuele gesprekken met de verpleging of met een psychologe. Ik had altijd even tijd nodig voordat ik me vertrouwd voelde bij iemand, maar wanneer ik iemand écht vertrouwde dan hielp het me enorm om mijn gedachtes en gevoelens uit te kunnen spreken. Het was fijn als er iemand naar me luisterde zonder mijn gedachtes en gevoelens te beoordelen. Toch voelde ik me ook vaak onbegrepen en bleef het altijd weer moeilijk om zelf om een gesprek te vragen.

  • Bezig zijn met andere dingen dan mijn eetstoornis

Omdat het in mijn hoofd constant draaide om die eetstoornis, vond ik het ontzettend fijn wanneer ik eens met wat anders bezig kon zijn. Even ontsnappen uit mijn hoofd.

  • Individuele doelen en focussen op mezelf

Voor mij hielp het heel erg om individuele doelen op te stellen. Doelen waar ik achter stond en waar ik me voor wilde inzetten. Ook hielp het me om me steeds meer te gaan focussen op mijn eigen pad en minder bezig te zijn met bijvoorbeeld de groep of wat mijn omgeving van mijn verlangde. Ik was altijd al gewend om meer met anderen bezig te zijn dan met mezelf, ik moest nu juist leren om mijn eigen weg te vinden.

  • Mensen die mij niet alleen maar als eetstoornis zagen

Ik vond het fijn als mensen eens met mij over andere dingen spraken dan mijn eetstoornis. Als ze met mij probeerden te kijken naar wat er nog van MIJ over was in plaats van constant te vragen naar mijn gewicht of hoe het ging met eten.

  • Bemoedigende woorden

Soms had ik even wat aanmoediging nodig. Als ik er enorm doorheen zat en met mezelf in de knoop zat, vond ik het vaak lastig om mezelf aan te moedigen. Het hielp me om zelf bemoedigende woorden op te schrijven, of om bijvoorbeeld een bemoedigend mailtje te krijgen van mijn psychologe.

 

Foto door Cottonbro via Pexels

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.