Het verschil tussen weten en voelen

Gepubliceerd op 18 augustus 2025 om 06:30

Er zijn van die momenten in herstel waarop je het allemaal wel weet.
Je hebt erover gepraat. Je hebt het doorzien.

Je hebt misschien zelfs een lijstje gemaakt met redenen waarom die ene overtuiging niet klopt. Waarom je voor herstel zou willen kiezen.
En toch…
Wanneer het moment daar is, wanneer je voor die maaltijd zit, of wanneer je je lichaam in de spiegel ziet, trekt er iets in je samen. Alsof je hele lijf zegt: “Ho, stop. Dit voelt niet veilig.”

Dat is het gekke: je hoofd kan het begrijpen, maar je lichaam volgt niet altijd.

 

Ons brein is slim. Het kan redeneren, analyseren, logische stappen maken.
Maar ons lichaam… Dat werkt met een heel ander systeem.
Het lichaam slaat ervaringen op. Niet alleen als herinneringen in woorden, maar ook als spanning in spieren, als een bepaalde ademhaling, als een reflex om weg te kijken of je schouders op te trekken.
Sommige overtuigingen zijn daardoor niet alleen gedachten geworden, maar ook lichamelijke gewoontes.

Misschien heb je ooit geleerd dat eten pas “mag” als je genoeg hebt bewogen.
Misschien zit er diep vanbinnen de overtuiging dat je alleen veilig bent als je onzichtbaar bent.
Zelfs als je met je hoofd weet dat dat niet klopt, kan je lichaam toch nog reageren alsof het wel zo is.

 

Het zenuwstelsel als poortwachter

Je zenuwstelsel is altijd op zoek naar veiligheid. Het scant je omgeving, maar ook je binnenwereld. Als er iets gebeurt dat lijkt op een oude, onveilige situatie, kan het systeem direct in de ‘overlevingsstand’ schieten, soms zonder dat je het bewust doorhebt.

Dat betekent dat je lichaam kan blijven vasthouden aan oude patronen, ook als jouw hoofd die allang heeft losgelaten.
Niet omdat je ‘zwak’ bent of ‘niet genoeg je best doet’, maar omdat je lichaam nog niet het signaal heeft gekregen dat het nu veilig is.

 

Waarom alleen praten vaak niet genoeg is

Praten helpt om inzicht te krijgen, en inzicht is waardevol.
Maar een vastzittende overtuiging loslaten vraagt ook dat je lichaam voelt dat het kan. Dat het veilig is.
Dat betekent soms: heel bewust opmerken wat er gebeurt in je lijf.
Je ademhaling volgen.
Spierspanning kunnen loslaten.
Nieuwe, veilige ervaringen opdoen, zodat je zenuwstelsel kan leren: “Het is oké. Ik ben veilig.”

 

Lichaamsgericht werken als sleutel

Lichaamsgericht werken is geen trucje, het is een manier om de kloof tussen hoofd en lijf te overbruggen.
Het kan betekenen dat je leert opmerken waar spanning zit wanneer een overtuiging opspeelt.
Of dat je, zachtjes beweegt, ademt, of contact maakt met plekken in je lichaam die je normaal gesproken negeert.
Soms komen er emoties los, soms alleen een zucht.
Maar elke keer dat je lichaam ervaart dat er niets ergs gebeurt, herschrijf je een stukje van dat oude verhaal.

 

Jij bent niet je overtuigingen

Het belangrijkste om te onthouden: jij bent niet jouw overtuigingen.
Je bent er ooit in gaan geloven, vaak omdat het toen hielp om te overleven.
Maar je mag nu andere keuzes maken.
En meestal begint dat niet in je hoofd, maar in een klein signaal van je lijf: een ontspanning in je schouders, een diepe ademhaling, een beetje meer ruimte in je borst.

 

Herstel is niet alleen een mentaal proces. Het is een proces waarin lichaam en geest elkaar weer vinden. En dat mag stap voor stap.

Wil je hier mee aan de slag? Stuur mij dan gerust een berichtje!