12 Dingen waar ik me het meest voor heb geschaamd

Gepubliceerd op 19 december 2022 om 06:30
  1. Dat ik altijd honger had. Ik was een bodemloze put.

Ik vond het verschrikkelijk om toe te moeten geven dat ik honger had. Wat ik echter nog verschrikkelijker vond, was dat ik nog veel meer honger leek te hebben dan iedereen om me heen. Na een maaltijd had ik nog steeds honger. Mijn lichaam had natuurlijk een extreem tekort opgebouwd, dus het was eigenlijk absoluut niet vreemd dat mijn lichaam bleef vragen om eten.

 

  1. Dat ik leefde van eetmoment naar eetmoment.

Vaak keek ik na afloop van het ene eetmoment alweer uit naar het volgende eetmoment. Ik was enorm streng naar mezelf en stond mezelf pas toe om op bepaalde tijdstippen te eten. Daardoor werden die eetmomenten hartstikke groot en belangrijk in mijn hoofd. Soms kon ik me enorm zorgen maken om het volgende eetmoment en op andere momenten kon ik enorm uitkijken naar het volgende eetmoment. Hoe dan ook; ik dacht altijd alweer aan het volgende eetmoment.

 

  1. Dat ik altijd wilde dat anderen meer dan mij aten.

Ik zorgde er altijd voor dat ik degene was die het minste at. Ik wilde dan ook het liefst dat anderen veel meer dan mij aten, liefst ook veel calorierijkere producten dan dat ik zelf at.

 

  1. Dat er geen moment was dat ik niet aan eten dacht.

Zoals ik al beschreef dacht ik altijd aan het volgende eetmoment. Er leek in mijn hoofd geen minuut voorbij te gaan zonder dat ik aan eten dacht. Mijn hoofd was constant obsessief bezig met twijfelen, denken, afwegen wat en hoe veel ik mocht en zou eten en mezelf schuldig voelen over de dingen die ik had gegeten.

 

  1. Dat ik niet meer wist wat een normale portie was.

Ik kon niet meer normaal nadenken. Ik had geen idee meer hoe een normale portie er eigenlijk uit zag. Ik had geen idee meer hoe veel ik zou horen te eten. Alles voelde als te veel en tegelijkertijd te weinig omdat mijn lichaam alleen maar verlangde naar meer.

 

  1. Dat iemand mij zou zien eten.

Ik heb het heel lang moeilijk gevonden om in het openbaar te eten. Ik was bang dat iemand mij zou zien eten en dat mijn eetstoornis dus ‘ontmaskerd’ zou worden. Ik voelde me een nep-anorect wanneer iemand mij zou zien eten. Ik moest het beeld kloppend houden.

 

  1. Dat ik me nooit kon concentreren op een film of gesprek omdat ik alleen maar met eten bezig was in mijn hoofd.

Ik was eigenlijk nooit écht aanwezig. Mijn hoofd zat constant vol.

 

  1. Dat ik geen of nauwelijks gevoel meer had voor de mensen om me heen.

Ik voelde niks meer. Mijn gevoelens leken totaal uitgeschakeld te zijn. De liefde die ik nu kan voelen voor de mensen om me heen, kon ik toen nauwelijks nog voelen. Alles voelde afgevlakt. Niks leek meer tot me door te dringen.

 

  1. Dat ik enorm agressief kon worden.

Als ik boos werd, of vooral als mijn eetstoornis boos werd, kon ik heel agressief worden. Ik werd een ander persoon. Een Shannon die ik niet ken. Vooral als ik aan tafel werd aangesproken over mijn eetgestoorde gedrag door mijn ouders gebeurde dit. Ik flipte dan totaal uit. Ik leek geen controle meer te hebben over wat ik op zo’n moment deed. Het leek alsof ik op die momenten was overgenomen door een kwade geest.

 

  1. Dat ik geen nuttige bijdrage leverde aan de maatschappij.

Omdat ik in opname zat en therapie volgde, kon ik geen ‘normaal’ leven leiden. Ik kon niet werken. Ik kon niet feesten. Ik kon simpelweg niet leven. Ik had het gevoel dat ik totaal nutteloos werd. Hoe langer ik in opname en in therapie zat, hoe sterker dit gevoel werd. Tegelijkertijd begon ik me daardoor veiliger te voelen in de kliniek. Een eng idee. De kliniek werd voor mij een fijnere plek om te zijn dan de enge buitenwereld.

 

  1. Dat ik een uitkering kreeg.

Ik kon niet werken. Ik heb me heel lang ontzettend schuldig gevoeld omdat ik niet mijn eigen geld kon verdienen. Ik heb nog steeds een uitkering en vind dat nog steeds best moeilijk om uit te spreken. Er bestaan helaas nog steeds veel vooroordelen rondom mensen die een uitkering krijgen.

 

  1. Dat mijn leven stil stond.

Mijn leven stond een hele tijd stil, terwijl alle mensen om me heen verder gingen met hun leven. Ze kregen nieuwe relaties, nieuw werk, een nieuwe woning… Ik was vaak jaloers als ik zag dat mensen in het weekend uit gingen of als ze op vakantie waren, terwijl ik dag in, dag uit in de kliniek zat en iedere dag braaf mijn therapieën volgde.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.